Faeröer 12: Suðuroy – het meest zuidelijke eiland

9 juni 2022 - Tvøroyri, Faeröer

*Ik ben alweer in Nederland, hieronder lees je het laatste deel van mijn reis naar de Faeröer Eilanden*

Het is raar dat Bernd nu weg is. Zijn aanwezigheid hangt er nog. Ik mis hem maar voel me niet alleen. Praat soms zelfs nog tegen hem. Tjonge, als mensen me toch eens zouden zien, denk ik wel eens. Maar denken we dat niet allemaal wel eens? Toch…?
Ik blijf nog een paar dagen in het huis in Argir. Zodat ik daar kan werken en nog wat langer in de fijne sfeer kan blijven.

Eerder schreef ik over een zeekaart, gevonden in de mooie boekenwinkel Jacobsen. Daar kwam ik terecht op advies van Guðrun. We chatten wat via Airbnb (had ook al om het recept gevraagd van haar moeder's worteltjestaart) en als ik vertel dat mijn volgende bestemming Suðuroy is, nodigt ze me uit om haar dáár te komen bezoeken.
Toevallig is zij er ook een paar dagen om een diner te organiseren. In een oud familiehuis dat zij nu uitbaten als hotel. Het heet Heima í Stovu en is het huis van haar overgrootouders. Klik op de naam om naar de website te gaan, als je nieuwsgierig bent naar klassieke Faeröerse luxe. Op vrijdagen is er een chic diner, waar je samen maar ook alléén naartoe kunt komen om met anderen te eten en te converseren. Dat klinkt echt heel erg niet-Faeröers... Maar wat weet ik er nou van. Hoe langer ik hier ben, hoe meer geheimzinnigheid en hoe meer vragen ik heb.

Suðuroy wordt wel de Rivièra van de Faeröer genoemd. Het is er gemiddeld twee graden warmer... Misschien dat er dan toch een wat ander slag mensen woont. We gaan het weer beleven!

De laatste week van mijn reis -wat gaat de tijd opeens snel- ga ik dus doorbrengen op het meeste zuidelijke eiland van de club. Op donderdag 12 mei vertrekt de boot vanuit de hoofdstad. De 19de kom ik dan weer terug in Tórshavn om dezelfde dag nog door te varen naar Denemarken, de 21ste zal de ferry dan in Hirtshals aankomen.

Maar zover zijn we gelukkig nog niet. 

Twee uur duurt de overtocht naar Suðuroy en de boot vaart langs vier andere eilanden, waarvan een onbewoond: het kleinste eiland Litla Dímun. Iets groter is het eiland Stóra Dímun, waar twee families een boerenbedrijf runnen. Broer en zus, met hun families. Zus heeft als oudste telg de boerderij geërfd. Broer helpt een tijdje mee. Stóra Dímun is eigenlijk één lange klif waar het moeilijk aanmeren is. Zeker bij slecht weer. En is het eenmaal gelukt om aan land te komen met voorraden, dan moeten deze nog omhoog gesjouwd worden langs een steile trap uitgehouwen in steen. Echt. Waarom zou je dáár nou gaan wonen? [foto's]
Sinds de jaren 80 is er een helikopterverbinding, die het een stuk makkelijker maakt om van en naar het eiland te komen. Gevaren wordt er nog nauwelijks. Omdat je als toerist niet kunt overnachten en ook niet een dagtripje kunt maken (je mag niet op dezelfde dag heen en weer met de helikopter) kun je er niet komen. De enige manier om het te aanschouwen is vanaf de boot, waar ik nu opzit. 

Op Stóra Dímun is dan ook niks. Behalve waanzinnige uitzichten, ruige natuur, schapen, frisse lucht. En een schooltje! Waar iedere week een leraar wordt ingevlogen om vijf dagen les te geven aan de drie kinderen die er wonen. Geweldig toch.

Tenminste, dat was zo in 2013. Toen Floortje Dessing een paar dagen bij de families verbleef, tijdens een van haar reizen naar het einde van de wereld. Toen ik die aflevering zag, maakte mijn hart een sprongetje. De Faeröer Eilanden, ik had er nog nooit van gehoord, maar daar wilde ik naartoe.

En nu, bijna 10 jaar later, ben ik er. Ha! 

Aangekomen op Suðuroy rij ik naar de B&B in Vágur waar ik de gehele week zou verblijven. Maar long story short: ik boek alsnog een andere accommodatie. De B&B zelf is wel aardig maar ik kan er niet koken, het dorp vind ik niks aan (behalve de grillige westkust) en zo wil ik niet mijn laatste dagen op de Faeröer doorbrengen. Gelukkig is de eigenaresse heel aardig en krijg ik het bedrag van de resterende nachten gewoon helemaal terugbetaald. Daarvoor in de plaats boek ik een huisje in het plaatsje Tvøroyri.     

Mist oh mist
Een dikke donzige laag grijzigheid hangt er de volgende ochtend: mist. En dan de serieuze vorm. Tot in het dorp. Mijn voornemen om naar Akraberg te gaan, het zuidelijkste puntje op het zuidelijkste eiland, wordt door de lady of the B&B house ten zeerste afgeraden. A, zie je niks daarboven en B, zie je niks op de weg naar boven. Dus ook niet of er een schaap voor je auto langsloopt.

Zij adviseert me om naar Sumba te gaan. Omdat het er mooi is maar vooral omdat het laag gelegen ligt en dus de minste kans op mist geeft. Sumba is het zuidelijkste dorp op het eiland. Ook leuk. Het is er inderdaad heel mooi zo direct aan de oceaan. Met prachtig uitzicht, vermoed ik. Vandaag is het water nauwelijks zichtbaar, af en toe doemt er iets mysterieus op uit de mist. Een klif of een spookschip… 

Sumba is bekend vanwege een wereldberoemde groep dansers en er schijnen vertellers te wonen, die graag hun verhalen met je delen. Over trollen, heksen en piraten.

En over de Friezen die er ooit hebben gewoond. Sterker nog, zij zouden de eerste bewoners zijn geweest. Zo rond het jaar 800. Verdreven door de Franken, die steeds meer gebied in Duitsland, Nederland en Jutland innamen, settelden zij zich op Akraberg. Hoog boven de zee. Hun boten aangemeerd in Sumba. De bekendste Fries was Hergeir, een onverschrokken heiden die het onderkomen van de bisschop in Kirkjubøur platbrandde, de kathedraal, waar mijn eerste wandeling naartoe ging (zie de foto’s aan het begin van de reis).
Rond 1350 deed de Pest bijna iedereen sterven, de overlevenden trokken weg uit Akraberg. Alle huizen verdwenen in zee. 

Ik loop naar het einde van het dorp en kom bij een tweesplitsing: links gaat het omhoog naar Akraberg en die weg is inderdaad nauwelijks zichtbaar. Er gaat een auto omhoog met een herder erin en deze verdwijnt zo ‘floep’ in de mist. Dan maar naar rechts. 

Maar daar staat een hond. Ik houd enorm van honden maar ben nu toch een beetje op mijn hoede. Hij (zij?) gaat plat op de grond liggen, oren naar achteren, en kijkt me strak aan met een blik van: “Wie ben jij en wat mot je hier?” Dus ik ga stil staan en begin met hem te praten. Hij staat op en komt langzaam op me af. Slik. Ik blijf praten en zie zijn staart nu een beetje heen en weer zwiepen. Haha, nu heb ik je. Na nog een paar woorden, komt hij kwispelend op me af. Hij ruikt aan me. Ik doe niks en blijf staan. Dan springt hij zachtjes tegen me op en kijkt me aan met blije ogen. Het is goed. Ik zeg “Okay” en vervolgens rent hij als een malle een kant op. En weer terug en ach, hij is me allang weer vergeten. Rustig loop ik door. Maar verder dan een boerderij, waar de hond woont, kom ik niet en ga weer terug naar mijn auto. Onderweg maak ik nog wat mistige foto’s.

Op naar eindbestemming Tvøroyri. Ik zie een bord naar het dorp Famjin en besluit eerst daar naartoe te rijden. Wat een prachtige weg. Weer kippenvel van hoe alleen je daar bent. Tussen de bergen, met laaghangende wolken, in de verte een dorp en de zee. [filmpje] [foto] In Famjin is een wit kerkje waar de eerste officiële vlag van de Faeröer hangt. Maar je raadt het af, de kerk is op slot. [foto]

Met open dak de mooie weg weer terug, de zon schijnt. Het is warm zelfs, en ik denk erover om daar -in the middle of nowhere- wat romantisch te gaan zitten schrijven maar moet onromantisch nodig plassen en heb ook zin in koffie.

Vermaak
Als ik er bijna ben, zie ik SALT, een gebouw waar vroeger zout werd opgeslagen en dat nu dienst doet als concertzaal. Dat zout kwam uit Ibiza! Hoe vreemd met al dat water (en zout) overal. Bovenin is een koffietentje, dus ik rem af om te kijken of het open is. Er staan een boel auto’s geparkeerd. Dus je zou denken...

Bij nader inzien blijken die auto’s daar uitgestald te staan voor de verkoop. Haha. Er is verder geen kip. Of toch wel?

De deur bij SALT is open en ik ga naar binnen. Daar kom ik een vrouw tegen en zij blijkt er te gaan optreden. Ze zijn net aangekomen met de veerboot vanaf Tórshavn. Hij ligt er nog, zie ik door het raam. Ze doen een gratis optreden en ze vraagt of ik kom kijken én een heleboel mensen mee wil nemen! Euh…

Omdat het nog wel even duurt voordat het optreden begint, ga ik, na een bezoekje aan de wc, toch maar weer op pad. In de buurt van mijn nieuwe verblijf schijnt namelijk een heel leuk cafeetje te zitten. Open op zondagmiddag. Met goede koffie en lekkere taartjes.

Ik laat de auto bij mijn nieuwe huisje en ga lopend op weg naar het café. Mormor heet het. Dat oma betekent. 
Een passende naam blijkt. Het interieur is oubollig en er hangen foto's uit vervlogen tijden. Maar het is er heel knus en warm en gezellig. En er is een tuin, met bankjes gemaakt van pallets. Daar ga ik zitten. Met een caffe latte en een stuk worteltjestaart. De tuin geeft uitzicht op de baai bij Tvøroyri en op een paar bergen, waar nog steeds een dikke laag crèmige mist tussenin hangt. De man van het café legt uit hoe de mist heet, die we nu zien: pollamjørki (uitspraak: potlamjisku). Ik vroeg het hem te spellen maar dat bleek lastig want hij is Deens. Ja, ook voor Denen is het een moeilijke taal. Maar het lukt want als ik het vervolgens google blijken er een heleboel foto’s op Insta te staan met #pollamjørki. 

We raken verder aan de praat en hij vertelt dat hij nu zeven jaar op de Faeröer is. Als ik vraag waarom, is dat natuurlijk om de liefde. Zijn vrouw en hij ontmoetten elkaar in Denemarken maar zij komt van het eiland en wilde graag terug. Ze kan heel mooi handwerken (er zijn spullen te koop in het café) en opende hun huis voor de gezelligheid. Om tijdens haar werk wat thee te schenken en taart te eten met mensen die langs wilden komen. Ondertussen is Mormor het meest bezochte cafeetje van heel Suðuroy! En maken ze heerlijke koffies, smoothies en soepen. Met groenten en kruiden uit eigen kas. En werkt hij in de keuken. Go with the flow. 

Oh ja, ik ben toch nog even teruggegaan naar SALT om het laatste kwartier van het optreden te kunnen zien van KATA. Vijf prachtige vrouwen die onder begeleiding van een orgeltje en een dj volksliedjes zingen. Heerlijk weer even wat live muziek! Licht loop ik na het concert naar buiten.

De mist laat zich de volgende dagen niet meer zien en ik ga naar het dorp Hvalba, naar het hotel van Guðrun. Dat er niet uitziet als een hotel maar als een gewoon huis. Een groot huis, dat wel. Ik open de deur -niemand heeft hier een deurbel- en zie vijf paar verbaasde ogen naar me kijken. En geen Guðrun. Ik vraag: "Dit is toch nummer 39?" Nog steeds verbaasd. In dit soort kleine dorpen noemt men de naam van een huis of haar bewoners, niet een huisnummer... Eén jongen durft iets te zeggen als ik de naam Guðrun noem. Ze komt over een paar uur terug. Nou ja, pech gehad. Dan ga ik weer door.

Het grappige is dat ik een tijd met haar af wilde spreken omdat ze maar zo kort op het eiland zou zijn maar dat was niet nodig, kom maar gewoon langs hoor. Spontaan is leuker. En tijd maken voor een kop koffie of thee doen we altijd. Het maakt niet uit wanneer. Drekkamunn noem je dat hier. Drinkmond. Ik denk dat dat komt omdat mensen ver van elkaar woonden en altijd blij waren als er iemand langs kwam voor wat roddelpraat. En nog steeds dus.

Ik rij door naar Sandvík, voor het monument van Sigmundur Brestisson: een Viking, die de Faeröer Eilanden in opdracht van koning Olaf van Noorwegen in 999 tot het Christendom bracht. Hoe dat zo gekomen is, is een ander verhaal. Een heel lang verhaal, opgetekend in de Faereyinga saga. Een fantastische en spannende sage over de eerste bewoners van de Faeröer en een generatielange strijd tussen rivaliserende Vikingen.

Het tragische verhaal gaat erover dat Sigmundur de eilanders probeerde te bekeren door het voorlezen van een officiële verklaring van koning Olaf. Maar zo makkelijk lieten de mensen zich niet ompraten en hij werd bijna om het leven gebracht door een boze menigte. Daarna ging hij over op een andere methode, een zeer beproefde en veelvuldig gebruikte manier om mensen op andere gedachten te brengen: grof geweld. Vergezeld door een legertje barbaren viel hij het huis binnen van een belangrijk man, zijn grote rivaal Tróndur í Gøtu, en stelde hem voor de keuze: Christen worden of je kop eraf. Deze koos voor het eerste. 

Maar later nam Tróndur í Gøtu wraak en viel op zijn beurt Sigmundur aan in zijn huis op Skúvoy, een van de noordelijke eilanden. Hierop sprong Sigmundur in het water en zwom helemaal naar Sandvík op het zuidelijkste eiland Suðuroy. Dat is nogal een eind en uitgeput kwam hij aan land. Waarop hij meteen gedood werd door een lokale boer die het op zijn gouden armband had voorzien…


Als je goed kijkt, zie je een zwemmende Sigmundur op het monument. [foto]

In de buurt van Sandvík vind je Ásmundarstakkur, een rotsformatie waar veel papegaaiduikers nestelen. Dus als je niet naar Mykines kunt komen (dat eilandje waar ik met de helikopter ben geweest, met ál die papegaaiduikers, waarvan ik er niet één gezien heb) dan is dit een mooi alternatief. Ik wist niet van het bestaan van deze rots, en ben er dus niet geweest. Argh… weer geen puffin gezien, de mascotte en nationale trots. Hoe is het mogelijk?!  

Op straat ving ik een gesprekje op tussen een man en een vrouw.
Hij: “Ik heb nog lang niet alles gezien hier, daar baal ik van”. Zij: “Er is ook een boel te zien hier”.
Hij: “Ja, en dan hebben we best veel tijd verloren met niks doen en uitgaan”. Zij: “Vond je dat niet gezellig dan?”. Hij: "Reuze gezellig”.
Waarop zij zei dat ze nergens spijt van had en dat het juíst een reden was om nog eens terug te komen naar de Faeröer Eilanden! Om de rest te gaan beleven. 

Ik sluit me daar helemaal bij aan.  

Dit is dus voorlopig het laatste blog. Ik heb nog wel wat buitengewone tips, die ik kan delen. Geef maar aan hieronder of je daar belangstelling voor hebt, dan stuur ik ze je toe. 

Foto’s

8 Reacties

  1. Mam en pap:
    9 juni 2022
    Dank voor het boeiende verslag van je belevenissen.
    Doeg
  2. Marianne Meuleman:
    11 juni 2022
    Fijn dat jullie zo meegeleefd hebben.
    Doeg (papa)
  3. Frederiek:
    9 juni 2022
    Dank je wel Marianne en leuk om op afstand met je mee gereisd te kunnen hebben. Ha det bra!
  4. Marianne Meuleman:
    11 juni 2022
    Hoi Frederiek, bedankt voor je reacties en mailtjes, leuk om zo weer eens contact te hebben!
  5. Karen:
    9 juni 2022
    Tof meis, erg genoten van je reisverhalen. Had je nog kunnen blijven of was het mooi zo? Nou ja, in ieder geval: welkom thuis!
  6. Marianne Meuleman:
    11 juni 2022
    Dank je wel Karen 😙 Oh ja hoor, nog lang niet uitgekeken en ga zeker nog eens terug. Ik ben benieuwd naar jouw Italiaanse belevenissen!
  7. Bernd:
    9 juni 2022
    Lijkt alweer zolang geleden. Gek
    In ieder geval nog een keer terug gaan - en dan met Puffins 🐧
  8. Marianne Meuleman:
    11 juni 2022
    Jaaaaaah we gaan zeker terug! En nu weer Hollandse avonturen voor ons ♥️